vrijdag 21 december 2012

Nalaten


Dag lezers,

Lang niet geschreven op mijn blog. Ik voel me niet schuldig, want ik weet niet hoeveel van jullie hier wel eens komen lezen en ook niet hoeveel leeshonger jullie hebben. De vergelijking met een diner gaat dus niet op, het lijkt meer op een café waar we wel eens binnenlopen en een praatje maken met wie er toevallig ook is.
Dezelfde nonchalance heeft zich van mijn verzameling foto's meester gemaakt, waardoor ik hieronder een paar willekeurige foto's plaats. Suggesties voor andere foto's zijn welkom, want er zijn inmiddels vijf kleinkinderen bijgekomen, die horen er natuurlijk ook bij.
Het zou leuk zijn als jullie, lezers, wel eens een berichtje zouden achterlaten, of mij direct zouden mailen, dat mag gerust, graag zelfs.

Zoals jullie weten ben ik lid van een schrijfgroep, wat gezellig en nuttig is, zeker voor iemand zoals ik, die eigenlijk wel mooie dingen zou willen schrijven maar daar vaak niet toe komt, laat staan ertoe komt om het ook netjes op te schrijven. Vandaag doe ik dat dus wel, want laatst kwam er zomaar weer iets leuks uit, naar aanleiding van een suggestie van Ket bij een bundel van Joke van Leeuwen, Half in de zee (2012) Kleine poëziebundel ter gelegenheid van Gedichtendag 2012 en daaruit het gedicht 'Overzicht'. Bij deze dus.


Nalaten


Ik wil de zolder in mijn hoofd opruimen
want wie er na mij komt verdwaalt erin
de losse flarden zijn niet meer herkenbaar
voor mij al niet, laat staan voor erfgenamen
maar dit verhaal vraagt toch om ordening.

De stapels op de grond eerst maar eens lezen
de foto's bij elkaar, wie was dat toch
die lacht om alles door zijn tranen heen
zijn het wel tranen of woei het toen zo hard?
Hij lijkt op oom Constant maar is het niet.

Constant was trouwens niet standvastig
hij staat hier naast de juf in paarse jurk
daar op dat feest, hij houdt besmuikt haar hand vast
haar blik is van de onschuld zelve. Ach ja
wie zou die oude mensen nu nog kennen?

Ik maak een doos voor wat ik weg wil gooien
en stop erin wat mij nu niets meer zegt
dat rode doosje, een verdwaalde kurkentrekker
die zak met sokken jaren partnerloos
het raadsel van de geesten met één voet.

Die ene doos worden er zomaar twintig
en nog ligt er voldoende op de grond
een leven waar de lijn uit is verdwenen
is dat dan alles wat er overblijft?

Er is één doos voor dingen die ik door
wil geven, het wordt echt geen grote doos
maar wel de mooiste, vol herinneringen.

Heb ik verteld van al die sinaasappels
een stapel half zo hoog als ik, die was
heel kunstig opgebouwd op iedere tafel
daar in die grote eetzaal op dat schip
dat ons terugbracht naar dit koude land.

Dit was ons thuis, ik was hier niet geboren
maar jullie wel, dus nu is het mijn thuis
al voelt het vaak zo niet, ik blijf verlangen
naar dat luilekkerland, zo onverdiend.

Heb ik verteld van die broodmagere jongen
hij heette ook nog Hein, nee ik verzin dit niet
we waren twaalf en deden toen examen.
Daarna heb ik hem nooit teruggezien.

En dat ik jullie het liefst van alles vind
en altijd heb gevonden? Ook dat gaat in die 
doos. Het moet gezegd en vaker uitgesproken
en vastgehouden keer op keer op keer.

Want dat is wat ik later door wil geven
en vast wil houden ook. Niets meer.

elma december 2012